MAC de Baanbrekers

Verslag Modelbouw Aktueel

Model auto club de Baanbrekers in Rucphen hoort momenteel bij de grootste kweekvijvers van rc talenten in de Benelux

Model auto club de Baanbrekers in Rucphen hoort momenteel bij de grootste kweekvijvers van rc talenten in de Benelux. Dat niveau was er natuurlijk niet gelijk. In eerste instantie begon de club in 1979 met een groepje enthousiastelingen die met diverse , deels zelf gemaakte, model auto’s richting een parkeer terrein gingen. In Breda Noord kregen ze onderdak op het parkeerterrein van de locale MAKRO vestiging. Onder leiding van voorzitter Ad van de Bemt en toptalent Fred Meierdres groeide dit groepje fanatici uit tot een heuse vereniging.  De auto’s waren in die tijd erg basic. Ik heb de vorige keer aandacht besteed aan de starre auto’s van het eerste tijdperk. Met de juiste portemonnee was je eigenaar van zo’n model. Veel mensen maakten toen hun modellen deels zelf. Heel veel producten waren er simpelweg niet en moesten de rijders daar zelf maar een mouw aan passen. Telsystemen bestonden nog niet en het bedrijf AMB moest nog opgericht worden. Meestal werden de vrouwen en kinderen van de rijders ingezet om handmatig te tellen. In een heat had je 5 rijders met beneden in de pits 5 stoelen met een drukknop.

Iedere keer als een rijder de finish lijn passeerde moest de teller drukken. Er zat wel een vertraging op van 75 %, om vals spelen te voorkomen.

Na het knopdrukken werden de tellingen gedaan met een stopwatch, dus voor tien rijders tien mensen op de lijn voor tijdregistratie.

Tot Fons Bervoets, de broer van oud Serpent directeur Pieter Bervoets, bedacht dat het beter kon. Samen met een vriend bedacht hij een manier om de tijdwaarneming met een computer te doen. Hier is het bedrijf AMB uit ontstaan.

Nu konden de computers van toen nog niet wat ze nu kunnen. Er waren nog steeds mensen nodig maar het opschrijven hoefde nu niet meer.

Op een bepaald moment liep het aantal tellers terug, dus moest er iets anders bedacht worden. En zo kwam de analoge transponder.

In iedere auto zat een transponder met een nummer 1 t/m 10 in de computer de naam bij een transpondernummer, een tellus boven of in de baan en nu werd er keurig door de computer bijgehouden wanneer welke transponder onder/boven de lus passeerde.

De computer kon op 0,001 seconde nauwkeurig die tijd waarnemen. Ook de telsoftware groeide mee. De layout werd steeds mooier en uitgebreider net als de mogelijkheden om tussentijds te printen of om tussenstanden door te geven.

De grotere clubs die internationale wedstrijden konden organiseren hadden al snel meerdere reeksen transponders nodig. Hier kwam een nadeel naar boven.

Je had bv. Nummer 1 van de blauwe reeks maar de nummer 1 van de gele of rode reeks werd hetzelfde gezien door de computer.

Alle reeksen waren 10 dezelfde verschillen zodat bij fouten de computer dit niet registreerde.

Als een rijder met nummer 1 in een verkeerde heat startte klopte de complete tijdswaarneming niet meer. Om hier iets aan te doen werden de digitale transponders gemaakt.

Deze hadden wel een eind nummer 1 tot en met 10, maar hadden ook meerdere nummers waardoor de telsoftware onderscheid kon maken.

De persoonlijke transponder(RC2) deed zijn intrede. Nu kon je zelf een transponder kopen die je in de auto plaatst. Dit had een aantal voordelen: je had altijd hetzelfde transponder nummer, en de voeding van de transponder ging van batterij(extern opladen) naar voeding vanuit de ontvanger.

De RC2 transponder is verhoudingsgewijs een redelijk grote transponder, doordat alle elektronica kleiner werd was het ook mogelijk om de transponder kleiner te maken, dit werd de RC3 transponder.

Ook de ontwikkeling van de decoders ging door en zo werd de RC2 decoder vervangen door de RC3 decoder(met utp poort) inmiddels was AMB uitgegroeid tot een wereldwijd leverancier van tijdwaarneming ook de F1 telsystemen zijn hier uit voortgekomen.

Door AMB en ChampionChip samen te brengen in in bedrijf ontstond het bedrijf MYLAPS. Bij MYLAPS heeft men de transponder nog een keer aangepast ingaande op de vraag van de rijders om toch wat info te kunnen verstrekken op afstand.

De huidige RC4 transponder kan het aangeboden voltage aangeven als ook de omgevingtemperatuur van de transponder. Met de juiste software kun je deze resultaten op het scherm laten zien tijdens een heat of finale.

Hiervoor is ook een nieuwe decoder nodig de huidige RC4 decoder, natuurlijk is dat niet alleen de reden voor een nieuwe decoder, de RC4 decoder heeft ook weer verbeterde componenten en heeft weer nauwkeurigere metingen.

 

Maar goed, hoe kwamen we tot dit soort resultaten. Hoe ontwikkelde een parkeerterrein naar een international rc race circuit.

Het nadeel van een parkeer terrein is dat het heel de week in gebruik was. Grip op de baan wegleggen was dus niet mogelijk. Eerst moest de complete baan in de ochtend gebouwd worden. Het complete parkeer terrein moest schoon gemaakt worden en gereinigd worden. Dan pas was het klaar voor gebruik. Een parkeer terrein is natuurlijk niet zo vlak als de banen die we tegenwoordig gewend zijn. Je moest dus vooral met de starre auto’s heel voorzichtig rijden. De baanafzettingen waren ook een stuk minder toegeeflijk. Meestal werden brandslangen en balken gebruikt waar we op het huidige circuit gras en curbstones hebben.

De rijders in die tijd hadden ook gereedschap bij om daar ter plekke nieuwe onderdelen te maken als weer eens een rijder de flexibiliteit van een balk uitgetest had. In een bus of zelfs speciaal geprepareerde aanhangers had men bankschroeven en freesbanken staan. Zo kon men uit glasfiber onderdelen terplekke maken of bestaande delen oplappen. In die tijd was alles behoorlijk uitgekleed en werd er vooral van de creativiteit van de rijders veel gevraagd. Men was in die tijd wel een stuk handiger en technischer dan in deze dagen.

Vooral Ad van de Bemt heeft voor een steeds professioneler functionerende vereniging en eigenlijk branche gezorgd. Vanuit zijn team werden banden en uitlaatsystemen geleverd die nergens voorradig waren. Zij hebben ook een eerste aanzet gemaakt tot een distributie netwerk van bepaalde merken zoals bv. PB.

Zo werd het toegankelijker voor de rijders en vooral beter betaalbaar. In 1983 kwam er vanuit Bart Smit (ja, van het speelgoed tegenwoordig) wat concurrentie met het merk Yu’can. Ook werd er door de Baanbrekers steeds grotere wedstrijden aangetrokken. Van Grand Prix tot N.K. tot E.K. Vanaf 1987 toen de Baanbrekers voor de eerste keer een EK-B voor toerwagens organiseerde , is men ook gestart met de winterraces in de veehallen te Etten-leur. Later werd het druk telsysteem vervangen door het transponder systeem van AMB.

In 1986 werd er een permanent circuit gebouwd aan de Baanvelden te Rucphen. In de schaduw van de alom bekende ski dome kwam een 257 meter lange en 5 meter brede  baan te liggen. De baan heeft een speciale asfalt soort die geschikt is voor modelauto’s en de eisen die daar aan worden gesteld.  De mensen die zich bezig gehouden hebben met het allereerste circuit hebben heel vooruitstrevend gedacht, en drainage aangelegd onder ons asfalt, hierdoor droogt ons asfalt zo razendsnel. De firma Rasenberg uit Breda is gespecialiseerd in dit soort toepassingen. Het biljartlaken wat ze op het circuit leggen zien zij als een prestige kwestie en hun visite kaartje. Een circuit asfalteren is niet erg gemakkelijk, men moet minimaal 4 meter breed en een hairpin van een meter kunnen draaien, dan een kombocht met curbstones. Buiten dat ligt de complete baan nog onder een bepaalde banking hoek. Hier is dus echt vakwerk voor nodig.

Het circuit wordt gebruikt voor nationale en internationale wedstrijden in diverse klassen. Zo hebben we al enkele belangrijke internationale Grand Prix wedstrijden (EFRA) georganiseerd en natuurlijk de nationale (NOMAC) wedstrijden. Met gemiddeld 20 wedstrijden in het jaar is het circuit druk bezet.

In het asfalt werd gelijk een tellus gelegd zodat we vanuit de wedstrijdleiding op de computer alles haarfijn konden volgen.

Met name is wedstrijdleidster Wilma Konings verantwoordelijk voor de huidige vorm van wedstrijdleiding. Wilma is de vrouw van voormalig toprijder Tonny Konings en in die vorm verbonden aan de vereniging.  Aan de rand van de baan is de huisvesting van de wedstrijdleiding. Van hieruit wordt de wedstrijd door de wedstrijdleiding geregeld. Uitgebreide computerapparatuur staat daarbij ter beschikking. Tijdens wedstrijden en trainingen (via MyLaps) wordt elke auto met ingebouwde transponder gevolgd. Op de computer wordt bijgehouden hoeveel ronden je hebt afgelegd en wat de rondetijden zijn. Naast de wedstrijdleiding vind je de technische keuring. Hier worden de auto’s nagekeken of ze voldoen aan de technische reglementen, waaronder het gewicht en afmetingen. Dit is ook de plaats waar je de startnummers kunt halen die je op je body dient te plakken. Tegenwoordig gaat het tellen natuurlijk weer een stuk geavanceerder. Denk hierbij aan mylaps en myrcm. Maar het moet altijd ergens beginnen natuurlijk.

De baan staat bekend als een snelle baan waar hoge topsnelheden gehaald kunnen worden. Snelheden van 120 km/h zijn geen uitzondering. Enkele bochten liggen hellend, vooral de bocht na het rechte stuk. Deze kombocht is vrij uniek op een modelcircuit en voegt een extra dimensie toe. Rondom het circuit staat een hekwerk voor extra veiligheid mocht er op de baan iets fout gaan, dan zijn onze toeschouwers beschermd. Voor de baan inzetters langs het circuit zijn speciale stoeltjes gemaakt die voor extra bescherming zorgen zodat ze hun werk veilig uit kunnen voeren. Onze overdekte rijderstelling biedt de rijders een perfect uitzicht over het circuit. Op onze stelling is ruimte voor maximaal 13 rijders. Tijdens een wedstrijd staan er maar 10 rijders op deze rijderstelling. Een afgescheiden scheidsrechterruimte is aanwezig voor officiële en internationale wedstrijden.

Vlak voor de rijderstelling is de pitsstraat aangelegd waar de rijders vanaf de baan zo binnen kunnen rijden, en vervolgens na bijvoorbeeld een tankbeurt of bandenwissel, weer hun weg kunnen vervolgen. De pitsmaat staat onder de rijderstelling, waar hij direct hulp kan bieden (tanken, banden wisselen en sleutelen). Net als in de racerij hebben modelautorijders en monteurs de beschikking over een overdekte paddock. Hier staan stevige tafels waar ze alle ruimte hebben om aan hun auto’s te sleutelen. Onze paddock is voorzien van TL-verlichting en 220V aansluitingen voor laders en andere elektrische apparaten. Onze paddock biedt ruimte aan 70 rijders. Vlak achter de paddock vind je de tafels om je banden te slijpen en staat er een compressor om je auto schoon te blazen.

Ik ben zelf in 1989 lid geworden. Toen hadden we alleen de rijderstelling en het gebouw voor de wedstrijdleiding. Er is wat dat betreft veel veranderd op en rond de baan. Tot die tijd hadden we ons samen komen in de kantine van de Skidome. Later is er een toilet/douchegebouw gekomen en in 2001 is de complete paddock bestraat. Al die tijd werd er voortreffelijk onderhoud gedaan door leider Cees Oomens en in 2001 werd dit overgenomen door Andre Boeren. De mogelijkheden onder Andre’s bewind waren wat talrijker door het beroep van Andre. Hij is hoofd uitvoerder en kon zo en door zijn connecties veel voor de vereniging betekenen. Andre is behoorlijk ondergewaardeerd geraakt omdat men er op een gegeven moment automatisch vanuit ging dat al deze hervormingen klakkeloos doorgevoerd zouden worden. De inzet en alle problemen die deze ontwikkelingen met zich mee brachten werden niet meer gezien. Men raakte verwend. Voor die redden hebben ze nu clubdagen. Tijdens deze dagen staat alles in het teken van herstel en onderhoud van de huidige accommodatie. Tijdens deze dagen mag er niet geracet worden en kunnen leden een tijdelijke borg door dagdelen te werken terug verdienen. Op deze manier blijft de accommodatie op peil en kunnen we grote evenementen organiseren.

 Er werd in 1998 geïnvesteerd in een eigen kantine met terras. In dit  clubhuis zijn koffie, frisdranken en snacks verkrijgbaar zoals frites, kroketten, tosti’s enz. Het toilet kun je ook vinden in het clubhuis. Een tribune, nieuwe toiletten, douches, scorebord en aanbouw boven het wedstrijdhome behoren tot de toekomstplannen. Bepaalde leden van het toenmalige bestuur wilde kleine stappen maken, maar onder leiding van Andre Boeren kwam deze kantine er vervroegd. Ook werd de paddock complete aangestraat en werd de bestaande opbouw gerenoveerd.

In een vereniging heb je natuurlijk pieken en dalen.

Een absolute piek is dat er mensen van omliggende verenigingen uiteindelijk lid werden bij de Baanbrekers. Denk hierbij aan de Romac Roermond, Marco Oosterhout en RTR Rumst. Meestal gingen deze verenigingen over in de Baanbrekers omdat zij niet de juiste Hinderwetvergunningen hadden of te weinig geïnteresseerden. De Baanbrekers groeide er alleen maar van.

Een absoluut dal is het overlijden van diverse rijders en bestuursleden.

In 1997 verloren ze de penningmeester Johan van de Lindeloof. In 1999 verloren ze de voorzitter Frans Roks. Dit zijn klappen waar een vereniging altijd een duw van krijgt maar uiteindelijk er sterker is uitgekomen. De nieuwe voorzitter Ferdi van Merode heeft op zijn manier de vereniging weer behoorlijk op de rit. Met als hoogtepunt tot nu toe de EK B 1/10 van 2011 en het EK 40+ 2014 wat er nu aankomt. Ook kwam er onder zijn hoede een nieuwe , broodnodige kantine en werden er grote Benelux wedstrijden georganiseerd. Natuurlijk is hier niet 1 man verantwoordelijk voor en is een leider zo sterk als zijn team er om heen, maar de eerste aanzet moet vanuit iemand komen natuurlijk.

Momenteel telt de vereniging 100+ leden en word er elk jaar op verschillende werkdagen enthousiast gewerkt aan de accommodatie. De Baanbrekers zijn leiders , samen met nog een 2 tal vooraanstaande verenigingen op het gebied van de kampioenschappen. Bijna elke week is er wel een wedstrijd. Zo levert de vereniging jaarlijks vele winnaars af. Door de enthousiaste mensen in de organisatie en kantinedienst is dit mogelijk.

 In de modelbouw bestaan een aantal schaalverhoudingen waarmee gereden kan worden in brandstof of electro uitvoering. Tussen de klassen onderling zijn een aantal verschillen te vinden in formaat, kosten, onderhoud en gebruik. De Baanbrekers richten zich sinds 1995 alleen op de on-road modellen. De keuze voor brandstof of electro is vaak een persoonlijke keuze. De een houd van het geluid, geur en de rook, en de ander houd van gemak dat een electro model biedt. Beide soorten zijn volledig instelbaar en halen tegenwoordig bijna dezelfde hoge snelheden.

Alles is bij M.A.C. de Baanbrekers begonnen met die koningsklasse de B08 brandstof.

In die tijd hadden we daar ook niet zo heel veel mogelijkheden in. Er bestonden niet veel merken en alles werd zelf gemaakt of vermaakt door de rijders. In 1989 haalde preses Ad van de Bemt via Frankrijk, Duitsland en zelfs de VS ¼ auto’s naar de baan. Deze klasse ging quarterscale heten. Deze ¼ auto’s wogen 14 kg en hadden een 30 cc motorblok aan boord. Deze motoren waren ook 2-takt maar liepen op mengsmering net een scooter of brommer. Hierdoor liepen zee en stuk betrouwbaarder en stabieler dan de 1/8 nitro auto’s. De quarterscales waren achterwiel aangedreven en hadden 5 – 7 pk aan boord. Meestal stond ere en Yankee motor of Matthe motor op met een roterende inlaat welke vielt te tunen naar gelang welke carburateur er gebruikt werd. De snelheden waren zo rond de 90 km/u.

Het was een dure klasse maar als je eenmaal alles aangeschaft had was het goed te bekostigen. Het was iets meer een eenmalige aanschaf dan de 1./8 nitro modellen. (die blijven geld kosten qua vaste lasten, zoals banden en brandstof etc)

 

In 1992 probeerde Serpent een 1/10 auto te vervaardigen met bestaande Serpent Sprint delen. De Impact bleek een succes formule. Het was goedkoop rijden vanwege de stock motoren (iedereen dezelfde RS15 motor), 2wd en toerwagen bodies. Vooral de beginners pakten naar deze klasse omdat het een ultieme opstapklasse was voor de 1/8. Ondertussen waren e rook al wat leden lid geworden met electro auto’s zoals Corally, Associated en Tamiya. Uiteindelijk hadden we in 1993 door de 200 leden met dus verschillede modellen.

1/8 was de grootste groep, gevolgd door quarterscale en dan 1/10 electro en brandstof. Dit concept was de bakermat voor de vereniging die we nu hebben.

 

Uiteindelijk is in 1995 de quarterscale vervangen door de huidige big scale modellen.

Ze zijn 1 maatje kleiner geworden.

De 1/5 auto’s zijn in omvang de grootste radiografische modellen op ons circuit. Deze modellen zijn voorzien van tweewiel aandrijving op de achterwielen. De motor is een 23cc 2-takt die loopt op normale brandstof van de benzinepomp in combinatie met 2-tact olie voor de smering. Remmen doen ze rondom met schijfremmen die mechanisch of hydraulisch bediend worden.

Deze large scale auto’s zijn in omvang de grootste radiografische modellen op ons circuit. Deze modellen zijn voorzien van tweewiel aandrijving op de achterwielen. De motor is een 23cc 2-takt die loopt op normale brandstof van de benzinepomp in combinatie met 2-tact olie voor de smering. Remmen doen ze rondom met schijfremmen die mechanisch of hydraulisch bediend worden.

De lengte van de large scale modellen zijn ongeveer 900mm en hebben een breedte van 380-390mm, afhankelijk van de gekozen body. Het minimale gewicht is 10 kg voor de Toerwagen uitvoeringen en 12 kg voor de Trucks. Met gemak halen de 1:5 modellen een rijtijd van 30 minuten. De modellen zijn vooral realistisch geworden qua vormgeveing, maar ook technische gezien zijn er enorme vooruitgangen geboekt.

Denk hierbij aan sperdifferentiëlen en hydraulische remsystemen met heuze hoofdremcilinders. Ze rijden nu met verschillende carrosserieën en opbouwen. Er bestaat een toerwagen klasse, een formule klasse en een truck klasse. De toerwagen en de truck hebben grote overeenkomsten maar de formule auto’s zijn heel anders opgebouwd maar vooral technisch bekeken een plaatje.

 

De 1/10 Electro klasse is groeiende en wordt steeds populairder vanwege de snelheden en rijtijden die tegenwoordig gehaald kunnen worden. Fluisterstil halen de modellen met gemak een topsnelheid van dik 90 km/h door het gebruik van borstelloze motoren en de nieuwe Lipo accu’s. De chassis zijn uitgevoerd met onafhankelijk geveerde wielophanging en 2 of 4-wiel aandrijving waardoor je de auto’s naar alle omstandigheden en verschillende circuits kunt afstellen. De Electro modellen staan bekend om hun directe stuurgedrag en is een perfecte en leerzame klasse om later door te groeien naar eventueel een brandstofauto.

 

De 1/10 electro klasse zoals we die in de Pro Ten hadden is vervangen door de 1/10 touring 4wd klasse. Ook dit is weer een technische vooruitgang. De pro ten was direct op een starre achter differentieel ophanging aangedreven en de touring 4wd heeft 4 wielaandrijving en complete onafhankelijke wielophangingen. Qua afstellen gaat dat weer meer lijken op de 1/8 nitro auto’s. Sinds dit jaar zijn er weer wel rijders die de Pro Ten nieuw leven in willen blazen omdat uiteindelijk altijd harder zal gaan dan de 4wd versies.

 

 

Ook in de 1/10 brandstof auto’s zijn behoorlijke ontwikkelingen geweest. De 2wd klasse 235 mm breed is uiteindelijk afgeschaft en hiervoor is de 200 mm 4wd klasse teruggekomen.

Aangedreven door een 2.1cc motor die loopt op methanol, olie en Nitro methaan zijn snelheden van over de 100 km/h met gemak haalbaar. De auto is voorzien van een automatische 2-speed versnellingsbak waardoor de auto hard trekt en een hoge topsnelheid haalt. De auto’s zijn voorzien van Toerwagen body’s zoals bijvoorbeeld Audi, Mazda en Mercedes waardoor ze er heel herkenbaar uitzien. De chassis zijn volledig instelbaar en zijn voor zien van alle denkbare afstelmogelijkheden. Door de 4-wielaandrijving is een superieure wegligging en grip haalbaar.

Ook de motoren zijn verkleind maar gaan uiteindelijk zeker zo hard en op sommige punten zelfs harder. De 2,5 cc big block is vervangen door een 2,11 cc small block. De auto’s zijn dus 3,5 cm smaller en staan op 30 mm slofjes achter en voor 26 mm. Vroeger stonden de 1/10 235 mm auto’s op zeer breden banden rondom, maar vooral achter om het vermogen van de 2,5 cc kwijt te kunnen. De bodies zijn gedetailleerder en realistischer door een beter verschaling.

 

Qua details zijn er verschrikkelijk veel zaken veranderd in de 1/8 klasse, maar cosmetisch eigenlijk niet zoveel. De 1/8 klasse is voor mensen die van extreme snelheden houden. Een acceleratie van 0 naar 100 binnen 2 seconden en een topsnelheid van over de 120 km/h maken dit met recht de snelste klasse op het circuit. Deze klasse wordt ook wel de koningsklasse van de modelautosport genoemd. De modellen zijn 4-wiel aangedreven en worden aangedreven door zeer krachtige 3,5cc motoren met een 2-speed automatische versnellingsbak. De motoren lopen op speciale modelauto brandstof, een mengsel van methanol, olie en een percentage Nitro methaan. Het chassis is voorzien van onafhankelijke vering en schokbrekers waardoor je de modellen aan alle omstandigheden of verschillende circuits aan kunt passen. De lage Groep-C of GTP body zorgt voor downforce die nodig is om het model op de baan te drukken. Geen enkele andere klasse is te vergelijken met de 1:8 modellen aangaande snelheid en power die ze kunnen leveren.

Ook onze hobby wordt “geplaagd” door de huidige tendensen in het welzijn van mensen, er mag niet te veel lawaai zijn. Natuurlijk zijn hier ook gezondheidsrisico’s aan te geven, maar de grootste reden is toch de hinder die mensen denken te ondervinden aan onze hobby. Door de overheid zijn er grenzen gegeven aan aanvaardbare hinder in ons geval geluidshinder, hierop zijn er regels gemaakt van wat wel mag en niet mag. Voor de brandstof afdeling heeft dit geleid tot geluidsrestricties, een beperking op het te produceren geluid. Er is dus een maximum gesteld voor het te produceren lawaai uitgedrukt in decibels (dB). Op dit moment is dat 85 dB op 2 meter afstand. Met behulp van nieuwe uitlaatsystemen en inlaatdempers (INS boxen) proberen we stiller te zijn en bij de gemeente aan te kunnen tonen dat we progressie op dit gebied boeken. Veel fabrikanten van motoren laten dit onontgonnen gebied links liggen maar gelukkig zijn er ook kleinere motorenbouwers die hier wel aandacht aan besteden zodat we elk jaar weer de quotem halen.

 

Als laatste onderwerp wil ik de “naschoolse” activiteiten belichten.

We hebben elk jaar onze vaste clubwedstrijden, vaste N.K.’s maar naast deze grote wedstrijden organiseren we ook andere activiteiten om onze sport te promoten, of om het circuit te faciliteren aan commerciële insteken.

Zo hebben we een aantal jaren onze Belgische vrienden ontvangen van de FBA.

Omdat het aantal circuits in België laag is en terug liep week de FBA uit naar Rucphen. Qua commerciële activiteiten ontvingen we merken als Tamiya en Kyosho.

Het is inmiddels bijna een traditie om voor de rijders van de TAMIYA cup in Nederland en in België samen te komen in Rucphen om daar de vriendschappelijke BeNELux wedstrijd te rijden.

Een wedstrijd waar fun en elkaar ontmoeten voorop staat. De Baanbrekers zijn ook heel blij met de ondersteuning van de organisatie in Nederland en in België als ook de importeur om dit evenement te organiseren.

Gereden wordt in diverse klassen als het maar TAMIYA blijft, denk hierbij aan het wereldberoemde M-chassis.

 

Om het ledenaantal te behouden of uit te breiden hebben we ook een aantal promotionele activiteiten gedaan om rijders aan te trekken of te laten ruiken aan het race circuit. Dit hebben we in een aantal verschillende formats gedaan. Als laatste noemde we het de RTR (ready to run) dagen.. Op deze dagen mochten de vaste leden alleen demo rijden maar was het vooral de bedoeling om nieuwe parkeerplaats rijders aan te trekken. Deze rijders kregen dan een introductie op het race circuit en ondersteuning van de leden van de baanbrekers. Er werd uitgelegd hoe het model technisch gezien het best presteerde op het circuit maar ook wat de beste race lijnen zijn die gereden konden worden. Zo werd een parkeerplaatsrijder een completere rijder. En natuurlijk hoopten we dan altijd dat dit soort rijders lid werden bij ons.

Dit format hebben we ook een keer commercieel uitgevoerd voor het toenmalige tijdschrift “Radiocontrol”. Deze activiteit werd de Radio Control racing Clinic genoemd.

In 1999 hebben we dit ook een keer voor het merk Serpent gedaan.

Feitelijk bekeken met dezelfde insteek, maar met 1 verschil. Serpent beheerste in die jaren absoluut de race markt en was zich aan het oriënteren om zich ook te manifesteren op de parkeerplaatsen. Met de Serpent Impulse had men daar een zeer strategisch wapen voor. Deze rijders wilden ze ook een keer laten ruiken aan een heus race circuit. 

Ook de jeugd word bij de activiteiten niet vergeten. Zo zijn we aan het werk aan een “Young Driver School” voor M.A.C. de Baanbrekers. Hier krijgen jeugdige rijders les in het rc rijden. Onder het motto “de jeugd heeft de toekomst” timmeren we hard aan de weg.

 

Ook in de winter werd er veel georganiseerd.

In 1987 hadden we een aantal internationale1/8 indoor races in de Veehallen te Etten-Leur. In 1990 was dit over daar de hallen helaas afgebroken werden.

Als vervanger werd er uitgeweken naar de Bosbadhal in Hoeven. Hier mocht geen 1/8 gereden worden maar wel 1/12 electro. Massaal werden er 1/12 auto’s zelf gemaakt of aangeschaft.

Dit duurde tot 1992, toen kwam Tamiya uit met een 1/24 auto. Deze “Tamtech” werd de volgende winter activiteit. Hier werd ook door vele mensen aan deelgenomen. Deze activiteit werd tot 1998 vol gehouden. Tamiya stopte toen met de productie van deze auto en dat was het einde van de races.

Ondergetekende werkte toen bij het merk Nikko en kon via die weg een nieuwe klasse introduceren. De 1/14 Nikko challenge was een feit. Ook aan deze klasse werd massaal deelgenomen. We hebben deze klasse 4 jaar gedaan.

Na deze activiteit ging het over in de 1/18 races. Merken als HPI micro rs4 en later Xray 1/18 bezetten die markt. Ook het merk Robitronic maakte met de Scalpel zijn intreden. Lokaal werd er ook een Mini-Z 1/28 race gehouden en is er een groep rijders hun heil in België gaan zoeken op het locale indoorcircuit van Merkssem.

Kortom we organiseren al jaren voor jong en oud, winter en zomer diverse races voor iedereen.

 

Natuurlijk blijven de Baanbrekers internationale wedstrijden organiseren, maar ook op ons eigen terrein mogen we niet stilstaan. Zo zijn we nu hard aan het werk om een mooie toiletgroep te realiseren voor de rijders en hun familie.

In de toekomst wordt gedacht aan een uitbreiding paddock en een permanent scorebord.

 In het weekend van 20 en 21 juli 2013 is er bij M.A.C. de Baanbrekers een BeNELux largescale. Aan de start komen diverse rijders uit verschillende Europese landen.

Gestreden wordt er in de klassen F1 en tourwagen.

 

 

De bezoekers altijd welkom. De ingang is gratis en de koffie staat zwart.

 

www.macdebaanbrekers.nl

 

1979



















2013





















Laatste foto's 2013


























Archive Pictures by Fabien Mannien