Het afstellen rc auto's.

Afstelling t.b.v. wegligging (off-road)
Veel gehoorde vragen zijn: hoe stel ik de wegligging mijn RC auto af, welke banden moet ik gebruiken, hoe hoog moet het het chassis voor en achter staan, welke olie en welke veren moet ik gebruiken?
Deze vragen zijn helaas niet simpelweg te beantwoorden.
Daarvoor is de hedendaagse techniek te ingewikkeld en is elke auto anders, er moet wel een basis zijn waar je altijd vanuit kunt gaan, allereerst een kleine toelichting hoe bepaalde onderdelen werken.

Chassis
Het chassis is natuurlijk het grondbeginsel van elke auto, in ons geval zijn er drie varianten, lang, middel en kort.
Technisch gezien is stijf chassis het beste maar dan word de afstelling ook kritischer en is elke verandering merkbaar, een coureur die in de auto zit kan op alles meteen reageren doordat hij of zij één geheel is met de auto.
Wij moeten op afstand op zicht en afstand reageren wat natuurlijk moeilijker is, daarom is het altijd goed aan de veilige kant te blijven qua afstelling, deze moet dus niet al te kritiek zijn.

Banden
Die zijn te koop in wel 50 verschillenden types, het is raadzaam het bij één of twee merken te blijven, daar zijn meestal 4 tot 6 verschillende compounds, (lees hardheden), en soorten profiel van te koop.
Het grote voordeel daarvan is dat je met kleine marges kunt werken en elke band hetzelfde verloop heeft wanneer die slijt of warm word, wat het afstellen van de auto vergemakkelijkt.
Over het algemeen word vóór een hardere band gebruikt dan achter.
Profielbanden worden het meest gebruikt omdat die o.a. het vuil beter af voeren, en door de vorm en hoeveelheid van dit profiel kun je ook de hoeveelheid grip bepalen.

Schokbrekers en veren
De naam zegt het al, absorbeerd de oneffendheden in het wegdek, samen met de veren is dit een belangrijk onderdeel van de wegligging.
Één ding word het meest vergeten, bij hardere veren hoort dikkere olie, en bij zachtere veren dunnere olie, wanneer je een harde veer zou gebruiken in combinatie met te dunne olie gaat de auto springen en omgekeerd blijft de auto hangen omdat de veer de olie niet kan "wegdrukken".
En dan is er nog de grote en hoeveelheid van gaatjes in de demperzuiger, maar dit is grotendeels alleen maar weggelegd voor diegene die daar de laatste tiende van seconde uit wil halen.

Stabilisator
Die zorgt er in grove lijnen voor dat de auto niet te veel kan "rollen", (lees hellen). Wanneer een auto helt zal bij het nemen van een linkse bocht zal op de rechtse banden de meeste druk komen en uiteraard omgekeerd, en wanneer een snelle links/rechts combinatie van bochten gemaakt moet worden zal het complete gewicht van de auto ook van links naar rechts verplaatst moeten worden, waardoor de auto traag reageert op de stuurcommando's.
Een stabilisator neemt grip weg op de as waar die gemonteerd is, dit is dus altijd een compromie.

Ackermann:
Ackermann is de mate waarin de wielen verschillend sturen.
Het binnenste wiel stuurt scherper dan het buitenste.
Bij sommige wagens kan je dit instellen.

Uit en toespoor
Daar zijn verschillende variaties mogelijk, allereerst het toespoor achter.
Begin bij een basis altijd met iets of wat toespoor, vanaf de achterkant van de auto gezien staan de wielen aan de voorkant naar het chassis gericht.
Toespoor achter zorgt ervoor dat bij het accelereren de achterkant van de auto niet uitbreekt.
Wanneer er een linkse bocht word genomen zal het rechtse achterwiel het zwaarst belast worden, wanneer die naar binnen is gericht zal die proberen de achterkant naar binnen te drukken, zodoende blijft de auto "in lijn".
Bij teveel toespoor zul je merken dat er bij het uitaccelereren niet of nauwelijks te sturen is, (onderstuur), en drukt de auto over de voorwielen, wederom een combinatie van banden en afstelling.
Bij de voor-as moeten onze modellen altijd uitspoor hebben, bij toespoor zal de auto heel zenuwachtig reageren en "oversturen", (de achterkant wil de voorkant voorbij).
Natuurlijk is dit afhankelijk van welke banden er gemonteerd zijn en de rij-eigenschappen en techniek van de rijder.

De basis
Alle maten aan de linkse en de rechtse kant van de auto moeten hetzelfde zijn !
. Zorg voor een vlakke ondergrond en monteer banden die links en recht dezelfde diameter hebben en meet de chassishoogte voor en achter vanaf de bovenkant van het chassis.
Stel dit zo af dat dit vóór 2 á 3 mm lager is dan achter, doe dit met de begrenzingschroeven op de draagarmen.
Demonteer nu de banden en de schokbrekers, meet aan de achterkant bij de onderste draagarmen de afstand tussen de inham van de kogel waarmee de arm op het chassis zit, tot de binnenkant van de pen waarmee de fusee aan de arm zit bevestigd.
Daarna meten we op dezelfde manier aan de voorkant van de achterste draagarmen, de voorste afstand moet ongeveer 2 mm korter zijn dan de achterste, dit is de hoeveelheid toespoor. Alhoewel dit geen hoeveelheid in graden is is het wel een gegeven waar je wat mee kunt.
Wanneer er aluminium draagarmen aan de voorkant zitten meten we dit aan de hand van de afstand tussen de links/rechts moer en de kogelhouder, dit moet ongeveer 8 mm. zijn. Bij kunststof armen is dit vaak niet in te stellen, dit is dan een vaste maat.
Meet nu de afstand van de ondergrond tot aan de onderkant van de wiel-assen en stel dit met de begrenzingschroeven af totdat dit gelijk is, idem aan de voorkant.
Monteer nu de banden en meet het camber, dit is de hoek van de band ten opzichte van de ondergrond, en stel dit, waar het kan, rondom af op 1 graad negatief.
Zet de auto op de zijkant en leg een rechte strip of lat op het achterwiel en meet achter de voorste kapsteun de afstand tot aan het chassis, zet de auto op de andere zijkant en zorg dat die maten gelijk zijn.
Zet nu de auto op de wielen en meet de stuurstangen op en stel die af zodat ze gelijk zijn, dit moet ongeveer 38 tot 40 mm. zijn.
Wanneer de fusees of de armen aan de fusee krom zijn kan dit per auto verschillen, om er zeker van te zijn dat dit per auto gelijk is moet er op dezelfde manier gemeten worden als het toespoor aan de achter-as.
Dus auto op de zijkant zetten en met een strip of lat de afstand tot aan het chassis meten vóór de achterste kapsteun, andere kant meten is niet nodig omdat dit altijd hetzelfde is. Omdat er door veranderingen andere maten mee veranderen het geheel nog eens vanaf het begin controleren en waar nodig bijstellen, vergeet niet de maten op te schrijven zodat je altijd op je basis terug kunt vallen mocht je de weg kwijt zijn.

De conclusie
De vraag is simpel, helaas een oplossing voor de perfecte wegligging niet.
De ideale mix van, afstelling, omstandigheden, technische vaardigheden, en niet te vergeten coureurstalent zijn moeilijk te combineren.
Toch is er een goede set-up te vinden, neem er de tijd voor en kijk eens rond bij de "snellere" collega's.
Niet alles klakkeloos copieëren maar doe je ideeën op en probeer te achterhalen wat bepaalde veranderingen bij jouw auto teweeg brengen.
Ga uit van een basis set-up zoals hierboven beschreven met de bijbehorende banden.
Op het ogenblik zijn bij de toerwagens de FG banden uit de S en R serie erg populair, van PMT is dit de Fenice serie.
Zoals al eerder vernoemt, blijf bij één of twee merken/serie en koop niet alles wat je voor handen of ogen krijgt, het word alleen maar moelijker.

 
Ackerman principe.
Archive Pictures by Fabien Mannien